"Don't mention the war...!" - Reisverslag uit Vatican City, Vaticaanstad van Robbert Nijboer - WaarBenJij.nu "Don't mention the war...!" - Reisverslag uit Vatican City, Vaticaanstad van Robbert Nijboer - WaarBenJij.nu

"Don't mention the war...!"

Door: Robbert

Blijf op de hoogte en volg Robbert

02 Augustus 2010 | Vaticaanstad, Vatican City

Er zijn maar weinig zekerheden in het leven, maar hier is er toch eentje: er zijn op dit moment in het Duitse Regensburg zegge en schrijve nul katholieke jongeren. Die zitten namelijk allemaal hier in Rome.
Het was al eerder opgevallen dat er wel heel veel groepjes Duitse jongeren door de stad liepen, maar de ernst van de situatie werd pas duidelijk toen we de San Giovanni in Laterano wilden bezoeken. Die basiliek, ooit het hoofdkwartier van de Katholieke Kerk, is echt heel groot. Vanmorgen kon je er over de hoofden lopen, en al die hoofden hadden hoedjes op.
Diverse Duitse bisdommen hebben kennelijk groepen jongeren naar Rome gestuurd, deels onder priesterlijke begeleiding. Ze gedragen zich zoals alle andere pubers: baldadig, en niet opvallend vroom - al kan dat laatste ze wel vergeven worden, als de bijbehorende pfarrer ook vergeet in de kerk zijn hoed af te zetten, en er zelfs zijn telefoon opneemt.
De verschillende groepen zijn de herkennen aan hun diverse hoedjes, sjaaltjes en vlaggen. De delegatie uit Regensburg is enorm, en heel divers - van acht tot achtien, zo te zien. Tijmen vind het allemaal een beetje verwarrend; verder op het oog normale jongeren, die zich door de kerk van hot naar her laten slepen. Ik vind het vooral fasinerend.
De San Giovanni kregen Duitse hordes vol, het Vaticaan lukt zelfs hen niet. De Sint Pieter blijft in al zijn overdadige pracht vooral een lege ruimte. Die leegte is zo imposant dat ik er mijn hoed voor afneem.
Nu die Duitse priesters nog.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Vaticaanstad, Vatican City

Robbert

Sommige dingen waren vroeger niet persé beter, maar wel veel gemakkelijker. Iets over jezelf vertellen, om eens iets te noemen. Vroeger (en we hebben het dan over de tijd dat de wereld nog mooi was, en seks nog vies - lang geleden dus) vulde je een vragenlijstje in, en dat was dat. Het fijne was dat iedereen datzelfde lijstje ook invulde, dus vergelijkend warenonderzoek was kinderspel. Dat er waarschijnlijk niemand echt wilde weten of je je liever saus óp dan wel náást je eten wilde hebben, was natuurlijk bijzaak. Mooie tijden. Tegenwordig gaat dat anders. Stupide vragenlijstjes zijn nu zó twintigste eeuw, en dat is misschien nog maar beter ook. Jammer alleen dat je nu wel echt je best moet doen om jezelf een beetje behoorlijk aan de digitale wereld voor te kunnen stellen. Moeite doen, dat schrikt af. Moeite doen betekent uitstellen. En laat ik in uitstellen nou heel erg goed zijn. "Wie ben ik?" is een moeilijke vraag. Voer voor filosofen, die er vast heel veel zinnigs over kunnen zeggen - maar ik ben geen filosoof, dus zo makkelijk kom ik er niet van af. Laat ik maar beginnen met de dorre feitjes. Is het belangrijk te weten dat ik Robbert heet? Dat ik 26 ben? Dat ik in Heemskerk woon, en Engels studeer in Amsterdam? Het zegt iets over mij, maar een rijtje feitjes is niet wie ik bén. Mijn naam hebben anderen voor me gekozen, mijn leeftijd kan ik niets aan doen, in Heemskerk ben ik nu eenmaal opgegroeid, en Amsterdam is zo lekker dichtbij. Toevalligheden. Alleen die studie Engels is een keuze, en een keuze die misschien wel veel over me zegt. Een taal studeren betekent lezen - heel veel lezen. Nu lees ik alles wat los en vast zit, dus dat komt goed uit. "Alles" is trouwens geen stijlfiguur; ik heb écht last van pathologische leeshonger. Als er niks beters voor handen is, lees ik op het toilet de achterkant van een fles bleekwater. Ik bedoel maar. Gelukkig is er altijd beter voorhanden, binnen én buiten de studie. Dat is mooi, want (read my lips!) lezen is niet eng. In een wereld waarin een twitter-bericht van 140 tekens een volwaardige taaluiting is, houd ik vast aan het ouderwetse boek. Dat zouden meer mensen moeten doen. Ik merk dat ik klink als een stoffige bibliothecaris, en dat is niet de bedoeling. Zelfs ik lees veel vaker niet dan wel. Dat komt deels doordat ik werk, natuurlijk. Ik werk in de horeca, om te voorkomen dat ik ooit een behoorlijk dag-en-nachtritme weet op te bouwen, maar dat baantje is bijzaak. Mijn andere baan is dat absoluut niet. Sinds maart 2010 mag ik mezelf namens D66 (de enige liberale partij van Nederland) gemeenteraadslid noemen; behalve een hele eervolle is dat ook vooral een hele uitdagende baan - én een hele leuke. Ik hou van het debat, van het politieke spel. 't Is natuurlijk ook een stukje idealisme. Ik kan me soms mateloos opwinden over dingen die verkeerd gaan, en dan is het wel prettig om zelf invloed op dat soort dingen te kunnen hebben. Schreeuwen vanaf de zijlijn is toch minder effectief. Het beetje vrije tijd die ik nog overheb, vul ik het liefst in met mijn vrienden. Spelletjes spelen tot diep in de nacht. Lekker eten (en, minstens zo belangrijk: lekker drinken). Bruine kroegen en zonnige terrasjes. Vakanties, ook - tot dusver altijd binnen Europa. Stedentrips; Praag, Londen, Rome... steden om verliefd op te worden. Een volle, maar wel préttig volle agenda. Valt er meer te zeggen? Ik ben een vat vol tegenstrijdigheden. Een aartslui bezig baasje. Een atheïst met een bijbel naast zijn bed. Een rechtse geest met sympathie voor GroenLinks. Ik krijg jeuk van nationalisme, maar kippenvel van het Wilhelmus. Een dromer en een nuchtere kaaskop. Dit ben ik. Wie ben jij?

Actief sinds 25 Juli 2010
Verslag gelezen: 1638
Totaal aantal bezoekers 17359

Voorgaande reizen:

14 Oktober 2011 - 17 Oktober 2011

Stedentrip Milaan

25 Juli 2010 - 04 Augustus 2010

Italiaans dagboek

Landen bezocht: